zaterdag 6 april 2013

Klein Konijn en de wonderwortel

Klein Konijn en de wonderwortel


Auteurs/ Illustrators: Heidi d’Hamers en Gunters Segers
Uitgeverij: Abimo
Jaar: 2007

In het boek Klein Konijn en de wonderwortel, willen Klein Konijn en Lowieke, twee konijnen, deelnemen aan de grote groentewedstrijd. Ze doen er samen alles aan om de wedstrijd te winnen. Tot ze merken dat hun groenten niet zo snel groeien als ze zelf willen.
Vormelijk valt de kleurrijke, stevige kaft meteen op. De titel is in twee verschillende kleuren weergegeven. De tekening eronder en ernaast wekt beslist nieuwsgierigheid op. Wie zijn de twee konijnen op de kaft? Wat doet die grote wortel daar?
De illustraties zijn gedetailleerd en sfeerscheppend. Zo spat de gezelligheid eraf als Klein Konijn en Lowieke samen in bed liggen en slapen. De prenten tonen veel meer dan er in de tekst staat en geven door allerlei leuke details een meerwaarde aan het verhaal. Zo zijn er de opvallende grote groenten op het einde van het verhaal. De illustrator gebruikt potlood en aquarel en zowel primaire als secundaire kleuren om het verhaal te verbeelden. Omkadering is er niet en er zijn geen contouren.
Naast de vorm van het boek, kunnen we ook de inhoud bekijken. De thematiek (natuur) is herkenbaar voor jongere en oudere kleuters. De boodschap is mooi verpakt maar komt toch duidelijk over: zorg goed voor de natuur en dan gaat het wel vanzelf. Klein Konijn en Lowieke hebben dit allebei heel snel door (flat characters).
Veel aanwijzingen over het kader waarin het verhaal afspeelt, zijn er niet. Het verhaal springt van de ene locatie naar de andere, van hun eigen tuin gaan ze naar de tuin van hun vrienden daarna naar hun bed… Ook op tijdsvlak is dit zo. Er wordt eens gesproken over die nacht, de volgende ochtend, pas als de zon weer opgaat, eindelijk. Toch is de structuur van het verhaal duidelijk.
Een alwetende verteller schetst in de aanvang wat Klein Konijn en Lowieke aan het doen zijn en waarom ze dit doen, als breuk gaan Klein Konijn en Lowieke gaan kijken bij hun vrienden hoe het bij hen gaat. De ontmoeting met de vrienden zorgt ervoor dat Klein Konijn en Lowieke wat onzeker worden. Klein Konijn en Lowieke doen er alles voor dat hun groenten het grootst worden. Het slot waarin Klein Konijn en Lowieke wakker worden met een enorme wortel naast zich. Ze gaan naar de grote groentewedstrijd. Ze maken daarna allemaal samen een lekkere groentetaart. Dit zorgt voor een happy end.
De taal in dit boek lijkt qua woordkeuze geschikt voor kinderen van de tweede of derde kleuterklas. Voor hen is er een evenwicht tussen begrijpelijke taal en verrijkende taal. Door de prenten zijn de nieuwe woorden gemakkelijk te verduidelijken. Herhaling is er niet, wel afwisseling in de zinsbouw en afwisseling tussen beschrijvingen en dialogen.
De details op de prenten, de thematiek, de sprongen in tijd en ruimte en de taal maken duidelijk dat dit een verhaal is voor oudere kleuters. Klein Konijn en de wonderwortel is een boek met vele troeven! De mooie, gedetailleerde prenten en de grappige aanpak van een ernstige boodschap zijn beslist twee boeken waard!

Heidi d’Hamers en Gunters Segers hebben nog samen een hele reeks geschreven over de avonturen van Klein Konijn en zijn vriend Lowieke.



Ik ben de beste

Ik ben de beste


Auteur/ illustrator: Lucy Cousins
Uitgeverij: Leopold
Jaar: 2010
 
In het boek Ik ben de beste wil Hond, een hond, in alles de beste zijn. Hij doet er alles aan om de beste te zijn in alles. Zijn vrienden (Lieveheersbeestje, Mol, Gans en Ezel) vinden dit niet leuk. Om hun eer te herstellen maken Lieveheersbeestje, Mol, Gans en Ezel iets waar zij beter in zijn dan Hond.
Vormelijk valt de kleurrijke, mooie kaft meteen op. De titel is niet speciaal weergegeven. De tekening eronder wekt beslist nieuwsgierigheid op bij de kleuters. Waarom is die hond zo vrolijk?
De illustraties zijn niet gedetailleerd, maar wel sfeerscheppend. Zo zie je meteen hoe de dieren zich voelen in het verhaal. De prenten tonen veel meer dan er in de tekst staat en geven een meerwaarde aan het verhaal. Zo zijn er de opvallende emoties van de dieren in het verhaal. Sommige prenten zijn ook grappig, doordat ze goed weergeven hoe grappig iedereen het stoere gedrag van Hond vindt.
De illustrator gebruikt potlood en aquarel en zowel primaire als secundaire kleuren om het verhaal te verbeelden. Omkadering is er niet en de contouren, als die er zijn, zijn heel erg dik en heel opvallend. Er zijn enkel geen contouren bij gras, bloem, wolken …
Naast de vorm van het boek, kunnen we ook de inhoud bekijken. De thematiek (vriendschap, indruk maken) is herkenbaar voor de jongste kleuter. De boodschap is mooi verpakt maar komt toch duidelijk over: doe wat je goed kan en laat je niet beïnvloeden daar anderen. Het duurt even voor het hoofdpersonage Hond dit doorheeft, dus kunnen we spreken van een “round character”.
Veel aanwijzingen over het kader waarin het verhaal zich afspeelt, zijn er niet. Het verhaal speelt zich buiten af, maar je kan niet weten waar. In het verhaal zitten geen tijdssprongen. De structuur van het verhaal blijft zo heel erg duidelijk voor iedereen.
Een alwetende verteller schetst in de aanvang hoe goed Hond wel is, als breuk hoe verdrietig de andere dieren zijn omdat Hond alles beter kan. Het slot waarin Hond beseft dat hij de allerbeste vrienden heeft en hij toch ergens de beste in is, zorgt voor een happy end.
De taal in dit boek lijkt qua woordkeuze geschikt voor kinderen van de peuterklas of eerste kleuterklas. Voor hen is er een evenwicht tussen begrijpelijke taal en verrijkende tal. Door de prenten zijn de nieuwe woorden gemakkelijk te verduidelijken. Herhaling is er, er is ook afwisseling in de zinsbouw en afwisseling tussen beschrijvingen en dialogen.
De details op de prenten, de thematiek, de evolutie van het hoofdpersonage en de taal maken duidelijk dat dit een verhaal is voor jongere kleuters. Ik ben de beste is een boel met vele troeven! De grote, kleurrijke prenten en de grappige aanpak van een ernstige boodschap zijn beslist vier boeken waard!

Lucy Cousins heeft nog een hele reeks prentenboeken geschreven over Muis. Ook heeft ze nog een aantal andere prentenboeken.

Meneer Serafijn

Meneer Serafijn

Auteurs en illustratoren: Brigitte Minne en Gitte Vancoillie
Uitgeverij: Abimo
Jaar: 2005
In het boek Meneer Serafijn wil Meneer Serafijn iedereen helpen aan goede dromen. Zelf slaapt hij niet goed omdat hij nachtmerries heeft. Hij doet er alles aan om andere mensen gelukkig te maken, tot hij merkt dat hij zelf niet goed kan slapen. Juffrouw Bertha wil Meneer Serafijn heel graag helpen om een zeer mooie droom te hebben.
Vormelijk valt de leuke, mooie en stevige kaft meteen op. De titel is speciaal weergegeven en is geïntegreerd in de tekening op de kaft. De tekening errond werkt beslist nieuwsgierigheid op. Wie is die man die zo vrolijk op de maan loopt?
De illustraties zijn gedetailleerd en sfeerscheppend. Zo spat de gezelligheid eraf als juffrouw Bertha knusjes in de zetel taart zitten te eten. De prenten tonen even veel als er in de tekst staat en geven door allerlei leuke details een meerwaarde aan het verhaal. Zo zijn er de opvallende kapsels van de verschillende personages. Sommige prenten zijn ook grappig, doordat ze goed weergeven hoe leuk iedereen zijn droom vindt. De illustrator gebruikt potlood en aquarel en zowel primaire als secundaire kleuren om het verhaal te verbeelden. Omkadering is er niet en de contouren, als ze er al zijn, zijn dun en onopvallend.
Naast de vorm van het boek, kunnen we ook de inhoud bekijken. De thematiek (anderen gelukkig maken, zelf gelukkig zijn) is herkenbaar voor kleuters. De boodschap is mooi verpakt maar komt toch duidelijk over: anderen helpen, is goed en het is dan ook echt niet mis dat die mensen jou helpen. Het duurt even voor het hoofdpersonage Meneer Serafijn dit doorheeft, dus kunnen we spreken van een “round character”.
Het is duidelijk waar het verhaal zich afspeelt. Het verhaal springt van de ene naar de andere locatie, maar er zijn genoeg aanwijzingen om te weten waar het verhaal zich afspeelt. Zo gaat het verhaal van een kmmaer van het huis van Meneer Serafijn naar de slaapkamer enzoverder. Ook op tijdsvlak is dit zo. Er worden in het verhaal kleine tijdssprongen gemaakt (op een dag). Toch is de structuur van het verhaal duidelijk. Een alwetende verteller schetst in de aanvang hoe gelukkig Meneer Serafijn wel is, als breuk hoe ongelukkig Meneer Serafijn wordt als alle mensen rondom hem gelukkig zijn. De ontmoeting met juffrouw Bertha zorgt voor de kentering en het evenwicht: ‘Meneer Serafijn wordt weer zichzelf!’ Het slot waarin Meneer Serafijn en juffrouw Bertha samen taart eten, zorgt voor een happy end.
De taal in dit boek likt qua woordkeuze geschikt voor kinderen van de tweed of derde kleuterklas. Voor hen is er een evenwicht tussen begrijpelijke taal en verrijkende taal. Door de prenten zijn de nieuwe woorden gemakkelijk te verduidelijken. Herhaling is er niet, wel afwisseling in de zinsbouw en afwisseling tussen beschrijvingen en dialogen.
De details op de prenten, de thematiek, de evolutie van het hoofdpersonage, de sprongen in tijd en ruimte en de taal maken duidelijk dat dit een verhaal is voor oudere kleuters. Meneer Serafijn is een leuk boek met zeer veel troeven! De leuke, gedetailleerde prenten en de grappige aanpak van een onderwerp dat aanspreekt zijn beslist drie boeken waard!

Brigitte Minne en Gitte Vancoillie hebben samen geen prentenboeken meer. Apart hebben ze nog een heleboel prentenboeken geschreven.

Uiltje en de nootjes




Uiltje en de nootjes


Auteur: Pierre Winters
Illustrator: Greet Bosschaert
Uitgeverij: Clavis

Jaar: 2010

In het boek Uiltje en de nootjes speelt Uiltje in het begin van het verhaal met zijn vriendjes in het bos. 
Als Haas bij een stapel hazelnootjes terechtkomt, vindt Vos dat ze die eerlijk moeten delen. Hij legt mooi uit hoe dat moet, maar toch krijgt Uiltje meer nootjes dan de anderen.
Vormelijk valt de mooie, stevige kaft meteen op. De titel is weergegeven in de kleuren van het bos. De tekening eronder wekt beslist nieuwsgierigheid op. In het boek zijn er geen speciale effecten weergegeven.
De illustraties zijn gedetailleerd en sfeerscheppend. Zo spat de gezelligheid eraf wanneer Haas valt en alle vriendjes staan vliegensvlug rond hem. De prenten tonen veel meer dan er in de tekst staat en geven door allerlei leuke details een meerwaarde aan het verhaal. Sommige prenten zijn ook grappig, doordat ze goed weergeven hoe grappig iedereen Uil vindt. De illustrator gebruikt potlood en aquarel en zowel primaire als secundaire kleuren om het verhaal te verbeelden. Omkadering is er niet en de contouren rond de dieren zijn opvallend. Er zijn geen contouren op de bomen op de achtergrond.
Naast de vorm van het boek, kunnen we ook de inhoud bekijken. De thematiek (delen, gulzigheid, dieren) is herkenbaar voor oudere kleuters. De boodschap is mooi verpakt maar komt toch duidelijk over: als je niet deelt, kan het zijn dat je aan het einde van de dag geen vrienden meer over hebt. Het duurt even voor het hoofdpersonage Uiltje dit doorheeft, dus kunnen we spreken van een “round character.”
Veel aanwijzingen over het kader waarin het verhaal zich afspeelt, zijn er genoeg. Het verhaal speelt zich af in het bos en speelt zich enkel daar af. Dit wordt in de eerste zin van het verhaal vermeld en is ook duidelijk in de prenten. Er worden doorheen het verhaal geen tijdssprongen gemaakt. Zo blijft de structuur van het verhaal heel duidelijk.
Een alwetende verteller schetst in de aanvang hoe snel de Haas is, hoe goed Eekhoorn haar wel kan verstoppen… als breuk hoe Haas valt en de nootjes vindt. De vraag rijst hoe ze die moeten verdelen. Iedereen weet wel iets hoe ze dit zouden moeten doen. Het slot waarin Uiltje geen zin meer heeft om te spelen en naar huis vliegt, zorgt voor een niet zo happy end.
De taal in dit boek lijkt qua woordkeuze geschikt voor kinderen van de tweede of derde kleuterklas. Voor hen is er een evenwicht tussen begrijpelijke taal en verrijkende taal. Door de prenten zin de nieuwe woorden gemakkelijk te verduidelijken. Herhaling is er niet, wel afwisseling in de zinsbouw en afwisseling tussen beschrijvingen en dialogen.
De details op de prenten, de thematiek, de evolutie van het hoofdpersonage en de taal maken duidelijk dat dit een verhaal is voor oudere kleuters. Uiltje en de nootjes is een boek met vele troeven! De mooie, gedetailleerde prenten en de grappige aanpak van een ernstige boodschap zijn beslist vier boeken waard

In deze reeks is ook nog verschenen: Uiltje is verliefd.

Dit ben ik

Hallo,

Ik ben Lisa Lombaert en ik ben dit schooljaar gestart in de richting kleuteronderwijs in Tielt.
Voor het vak Nederlands is het de bedoeling om op een originele manier vier recensies te schrijven van prentenboeken.
Twee recente prentenboeken en twee minder recente prentenboeken (meer dan vijf jaar oud).

U mag altijd feedback of commentaar geven op wat ik geschreven heb. Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen mening over bepaalde onderwerpen. U hoeft niet bang te zijn.

Groetjes Lisa